Sinds oktober 2021 zijn intraregionale afwikkelingsvergoedingen voor 'card-not-present'-transacties met consumentenkaarten tussen het VK en de EER herzien. Sinds oktober 2021 zijn intraregionale afwikkelingsvergoedingen voor 'card-not-present'-transacties met consumentenkaarten tussen het VK en de EER herzien.

Meer in het bijzonder werden de afwikkelingsvergoedingen verhoogd voor in het VK uitgegeven betaalkaarten die verwerkt werden op locaties van contractpartijen in de EER (zie voor meer informatie link). Mastercard kondigde onlangs aan dat de scope van de eerdere herziening van de afwikkelingsvergoedingen van oktober per 23 april 2022 wordt uitgebreid. Deze uitbreiding heeft tot gevolg dat de afwikkelingstarieven vanaf dan ook van toepassing zijn op in de EER uitgegeven betaalkaarten op locaties van contractpartijen in het VK.

De afwikkelingsvergoeding voor 'card-not-present'-transacties van consumenten met in de EER uitgegeven betaalkaarten in het VK bedraagt momenteel 0,20% voor debetkaarten en 0,30% voor kredietkaarten. Ten gevolge van de update in april zullen deze transacties overeenkomstig de interregionale gemaximeerde consumententarieven van 1,15% voor debetkaarten en 1,50% voor kredietkaarten worden berekend.